Hotze de Roos (1909-1991), geboren aan de Hegedyk in Langezwaag, schreef 60 (!!) boeken in de Kameleon-serie. Meer dan 13 miljoen exemplaren werden gelezen door de Nederlandse jeugd en ouderen. Maar wie was deze schrijver Hotze de Roos die nog nooit in aanmerking is gekomen voor een literaire waardering en toch bij heel veel jeugd in Nederland leesvaardigheid heeft bevorderd en wat nog belangrijker is, heel veel leesplezier !
Hotze werd op 24 november 1909 geboren te Langezwaag als zoon van Ruurd en Jeltje de Roos-Brandsma. Hotze had een oudere zus Hotsche en broer Fokke en na Hotze kwam er nog een broer Gerrit en de jongste zus Grietje. Het was een hecht gezin waar ondanks de moeilijke tijden ook nog veel ontspanning was met mekaar. Hotze zijn vader had een timmerbedrijf en bouwde boerderijen, winkels en woonhuizen. Rond de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) kon hij soms nog net het hoofd boven water houden en er dreigde faillissement. Met financiële hulp van dorpsgenoten kon uiteindelijk dit drama worden voorkomen. In enkele Kameleon boeken komt dit later ook aan de orde ! Het markante huis aan de Hegedyk is indertijd zelf door Ruurd de Roos gebouwd en de jongste jeugd heeft Hotze hier ook doorgebracht. Hotze was een iet wat bedeesde jongen maar kon ook verrassend uit de hoek komen met een grap of grol. De moeder van Hotze was een zachtaardige vrouw die mooie brieven kon schrijven, een talent dat Hotze waarschijnlijk van haar heeft mee gekregen, zo later zou blijken.
Cultuur beleving stond hoog in het vaandel bij de familie De Roos. Theaterbezoek in de grote steden kwam regelmatig in de agenda, wat in die tijd vooral op het platteland uitzonderlijk was te noemen. De vader van Hotze, Ruurd de Roos was een sociaal bewogen mens en werd later ook gemeenteraadslid en wethouder voor de SDAP (Sociaal Democratische Arbeiders Partij later, werd dat de Partij van de Arbeid). In verschillende Kameleon boeken komt ook de armoede en het wonen in plaggehutten op de hei aan de orde. Hotze en zijn broer Gerrit gingen wel eens mee met een bakker die in het vlakbij gelegen Jubbega op de hei zijn broodwaren aan de man/vrouw moest zien te brengen. In de crisisjaren (1930-1936) was er weinig werk te vinden. Ruurd de Roos had min of meer noodgedwongen het huis aan de Hegedyk van de hand gedaan en het gezin is toen in Gorredijk gaan wonen. Gerrit en Hotze kwamen ook zonder werk te zitten en kwamen in aanmerking voor een werklozenproject.
Ten oosten van Bakkeveen was in buurtschap Allardsoog een Volkshogeschool gesticht naar een Deens voorbeeld. Om de kloof tussen arm en rijk en stad en platteland, alsmede de politieke tegenstellingen enigszins te overbruggen moest de Volkshogeschool de verschillende bevolkingsgroepen bij elkaar brengen om met elkaar te werken en te praten. ‘s Morgens werd er gewerkt en ’s middags werden er lezingen gehouden. Hotze hield een soort dagboek bij van alle gebeurtenissen en lezingen. De leiding van de Volkhogeschool (dr. H.G. van der Wielen en dr. H.D. de Vries Reilingh) was ook opgevallen dat zijn schrijfkunst boven gemiddeld was. Zij moedigden Hotze dan ook aan zijn schrijftalent verder te ontwikkelen. De artikelen van de hand van Hotze werden geplaatst in de kampkrant.
Omdat het zicht op werk in Friesland na de periode op de Volkhogeschool nog weinig kansen gaf, ging Hotze zijn broer Fokke achterna in Krommenie om daar eveneens bij weverij van zeildoek Van Leyden werk te kunnen krijgen als timmerman. De reis naar Noord-Holland ging op de fiets naar Lemmer en vandaaruit met de Lemsterboot naar Enkhuizen en dan weer verder op de fiets naar Krommenie. Toen Hotze in 1937 ook een woning aan de Lijnbaan 54 in dezelfde plaats kon bezetten, trouwde hij met Wiebrigje Krikke een dochter van een huisschilder uit Heerenveen. Het echtpaar bleef hier de rest van hun leven ook wonen. Bij de weverij was de taak van de timmerman het onderhoud aan de gebouwen maar ook het houtdraaien van de garenklossen. Het afvalhout stookte Hotze in de wintermaanden op in een houtkacheltje dat in zijn werkplaats stond. Andere werknemers in het bedrijf kwamen graag naar de werkplaats om in de pauzes even op te warmen bij het kacheltje. Van de bonte verhalen die daar werden verteld, maakte Hotze aantekeningen in zijn notitieboekje. Bovendien ging Hotze in zijn vrije tijd vaak met een jongere collega Jak op de fiets de omgeving van Krommenie verkennen waarbij Jak vertelde over zijn kwajongensstreken die hij had beleefd. Zo werd het notitieboekje van Hotze steeds meer beschreven met anekdotes. Hotze voelde zich in deze omgeving wel thuis omdat de weilanden, sloten, vaarten en meren rond de Zaanstreek veel gelijkenissen had met Friesland. Toch bleef Friesland favoriet om te zeilen met de zeilboot van Omke Jan uit Eernewoude. Het bijzondere aan Hotze is dat ondanks dat de Kameleon-boeken zich altijd afspeelden op en rond het water, Hotze zelf nooit een boot heeft gehad.
In 1948 heeft Hotze zijn eerste manuscript in een schoolschrift bij uitgeverij Kluitman in Alkmaar in geleverd. Uit de vele opgestuurde manuscripten viel deze direct op in de categorie jeugdboeken. Met de titel “Sietse en Hielke, de belhamels van de dorpssmid” sprak het manuscript de uitgever gelijk aan door kwajongenssfeer, het bootje en het kattenkwaad dat ze uithaalden in het dorp. Hotze kreeg al spoedig een contract om het boek te mogen uitgeven. De titel van het eerste boek werd wel gewijzigd in “De schippers van de Kameleon“. Het beleid van Uitgeverij Kluitman van gebaseerd op een vrijzinnig liberaal principe en daar paste de Kameleon-reeks goed in. Er was in den beginne veel kritiek uit zowel christelijke als socialistische hoek op de schrijfstijl van Hotze. Het zou de jeugd bederven en de jeugd niet het goede voorbeeld geven. Het was na de Tweede Wereldoorlog nog een tijd van de strenge fatsoensnormen in Nederland. Later is dat wel eens als de reden genoemd dat Hotze de Roos, ondanks de miljoenen verkochte boeken, nooit literaire prijzen of andere waarderingen heeft mogen ontvangen. Hotze ergerde zich vaak aan de dikdoenerij van andere bekende schrijvers in de Nederlandse media.
Nadat het eerste Kameleonboek in 1950 in de boekwinkel te koop lag, volgde een jaar later het tweede deel “Kameleon Ahoy”. Hotze kreeg het druk, door de week nam het werk op de weverij/kartonnagefabriek alle tijd in beslag en in de weekends zat hij in het voorkamertje te schrijven aan zijn Kameleon-reeks. Uiteindelijk kwamen er 60 titels in de boekwinkels te liggen.
Het echtpaar Hotze en Wiebregje bleef kinderloos en ze bleven hun leven lang in het kleine huis aan de Lijnbaan wonen. De enige luxe die zij hun permitteerden was de aanschaf van een luxe BMW alhoewel de auto nooit voor de deur werd geparkeerd om niet opschepperig over te komen. De sobere levensstijl en het mogelijk bewust kinderloos blijven, heeft waarschijnlijk te maken met twee wereldoorlogen en de armoede en het (bijna)faillissement van Hotze zijn ouders. Dit hield het echtpaar in de greep van voorzichtigheid en soberheid. Familieleden en kennissen hebben dit wel eens geopperd, maar zelf waren zij daar niet erg mededeelzaam over. Hotze heeft eens verklaard dat zij Hielke en Sietse als hun kinderen beschouwden die ze zelf nooit hebben gehad.
In de 43 jaren dat Hotze de 60 delen in de Kameleon-reeks schreef gaf hij maar enkele interviews en uitgeverij Kluitman hoefde ook maar weinig reclame te maken om weer een nieuwe uitgave te promoten. De Kameleon boeken verkochten zich zelf. De prachtige illustraties werden 36 jaar gemaakt door Gerard van Straten. Met zijn tekeningen werden de jonge lezers geholpen om zich in de fantasiewereld te verplaatsen, die ook Hotze ongetwijfeld heeft gehad bij het schrijven van de vele avonturen van Hielke en Sietse. Inmiddels zijn er ook enkele verfilmingen geweest van een aantal Kameleon boeken. Prachtig gemaakt door regisseur Steven de Jong, maar wellicht hier en daar een doorkruising van de fantasiewereld die de (oudere) lezers bij het lezen van de Kameleon-reeks hadden gekregen.
Twee dorpen in Friesland, namelijk Grou of Terherne, hebben wel eens een claim gedaan dat zij het dorp Lenten zouden kunnen zijn waar alle avonturen zich afspeelden. Uiteindelijk is het toch Terherne geweest dat door enkele doortastende inwoners het fantasiedorp Lenten heeft nagebootst met de smederij van Klinkhamer, postkantoor, enkele winkels en gemeentehuis. Jaarlijks komen in de vakantie tijd nog duizenden kinderen met ouders om de beleving van de Kameleon boeken zelf te ervaren.
Uitgeverij Kluitman heeft ook een elftal boeken in de Kameleon-serie vertaald in het Duits maar de waterrijke avonturen van Hielke en Sietse sloegen niet aan in Duitsland. Bovendien zijn na het overlijden van Hotze de Roos enkele boeken vertaald in het Fries en heeft een schrijver onder de pseudoniem P. de Roos getracht in de lijn van Hotze de serie verder uit te breiden, doch dat bleek geen succes. In het 100e geboortejaar van Hotze de Roos in november 2009, is in Langezwaag een week lang een kleine tentoonstelling gehouden in het dorpshuis over het leven en werk van Hotze de Roos. Burgemeester van Opsterland, mevrouw Francisca Ravenstein, heeft voor het geboortehuis van Hotze de Roos een plaquette onthult. Op de plaquette wordt onder andere de grote betekenis beschreven die Hotze heeft gehad als schrijver van jeugdboeken en heel veel jeugd het nut en het genoegen van het lezen van boeken heeft bijgebracht. Bovendien is symbolisch in het dorpshuis een straatnaam bord onthult met de naam ‘Hotze de Roos strjitte’. De eerste nieuwe straat in Langezwaag zal deze naam krijgen, zo heeft de gemeente Opsterland toegezegd. Inmiddels is dit feit werkelijkheid geworden in het nieuwe uitbreidingsplan voor woningbouw in Langezwaag.
De personages en namen die in de Kameleon boeken voorkomen zijn voor een deel te herleiden uit gesprekken met familie en bekenden van Hotze. Hij heeft zelf daar weinig over gezegd in interviews. De tweeling Hielke en Sietse is waarschijnlijk een afgeleide van het feit dat bij de familie Houwman, waar de familie De Roos een heel goede band mee had, ooit een tweeling werd geboren die maar één jaar oud mochten worden. Ook de voornaam van vader Klinkhamer, Evert is afkomstig bij de familie Houwman. Evert was een zoon van Houwman, beoogd opvolger van de goed lopende smederij en leerling op de ambachtsschool toen hij als gevolg van besmettelijke tuberculose vrij plotseling kwam te overlijden. Moeder Klinkhamer werd Jeltje genoemd naar de moeder van Hotze. De naam Klinkhamer kwam van een schippersgezin dat met een vrachtbootje in Krommenie kwam. Veldwachter Zwart was een bekende naam in de buurt van Krommenie, die ook werkelijk veldwachter is geweest. De naam Hielke en Sietse kwam en komt nog steeds veelvuldig voor in Langezwaag. Maar ook veel achternamen komen in Langezwaag voor zoals Houwman (al eerder genoemd), Hoekstra, Hornstra, Meina, melkboer Hijlkema en Van der Zee en nog vele anderen.
De naam Louw Vrolijk komt in het Noord-Hollandse vaak voor. De andere hoofdrolspeler in de Kameleon-boeken, Gerben is een broer geweest van smid Jan Houwman die de smederij had, schuin tegenover het geboortehuis van Hotze de Roos. Gerben was boer op een kleine boerderij aan de Hegedyk tussen Langezwaag en Gorredijk. Naast boer was hij ook handelaar in kleinvee maar bovenal grappenmaker en altijd in om ‘fyten’ (streken) uit te halen. De grappen en streken die Gerben in de Kameleon-boeken uithaalt zijn voornamelijk een afgeleide van de notities uit het notitieboekje die Hotze altijd tijdens zijn werk bij zich had. Als laatste Kees Dijkstra, een naam die ook in Langezwaag voorkomt en die samen met zijn ouders bewoners waren van de watermolen De Woudaap. Deze molen met deze naam komt ook werkelijk voor, vlakbij Krommenie. Waarschijnlijk is de naam Woudaap afkomstig van een kleine reigersoort die daar vroeger veel voorkwam in het waterrijke gebied.
In de boven beschreven korte biografie van Hotze de Roos is getracht een beeld te vormen wie Hotze was en wat voor bijzondere bijdrage hij heeft gehad aan het leesplezier van vele jeugdige en oudere lezers in Nederland.
Hielke
Bronnen:
Biografie Hotze de Roos door NRC-journalist Paul Steenhuis
Familie Houwman, schoolkameraad uit Gorredijk Jelmer van der Schaaf (100-jarig)