In 2025 is het tweehonderd jaar geleden dat ‘de vergeten watersnood van 1825’ Fryslân trof. Een gebeurtenis die het verdient om herdacht – en zeker niet vergeten – te worden. Juist nu, omdat het thema nog even actueel is als twee eeuwen geleden. Want de vraag hoe wij ons verhouden tot het water om ons heen, is allesbehalve verleden tijd.
Iedere Nederlander kent de verhalen van de watersnoodramp van 1953. Maar dat Fryslân, en ook Overijssel en Noordwest-Gelderland in 1825 werden getroffen door een ramp van vergelijkbare omvang, dat weet bijna niemand. Op 3, 4 en 5 februari 2025 is het precies twee eeuwen geleden dat een combinatie van een noordwesterstorm en springtij ervoor zorgde dat de Zuiderzeedijken in Fryslân en Overijssel het begaven.
Fryslân kwam, door het bezwijken van dijken bij Lemmer, Nijemirdum, Mirns en tussen Workum en Hindeloopen, voor bijna tweederde onder water te staan. Bijna heel Zuidwest-Fryslân raakte bedekt, evenals ‘het lage midden’ en de Waddeneilanden. Op sommige plekken stond het water wel twee meter hoog.
Er vielen in Fryslân ‘slechts’ 17 doden (in Overijssel meer dan 300), maar de schade was groot. Veel huizen en boerderijen werden verwoest, duizenden dieren verdronken, en veel mensen werden ziek en stierven – eerst door vervuild drinkwater en later malaria. Bovendien vielen de oogsten nog jarenlang tegen door de verzilte akkers.
Meer informatie: 1825.frl | De Vergeten Watersnood van 1825 – 200 jaar geleden
Zie ook het artikel van Hielke van 2024: Grote watersnood 200 jaar geleden – ’t Klaverbledtsje